Er zijn veel meningen op het hebben van ‘bijzondere’ leerlingen in de klas: Leerlingen die duidelijk ‘anders’ zijn, een afwijkend gedrag vertonen, ander behoeftes hebben. (Vaak aangeduid als ‘zorgleerlingen’)
Over wat de effecten zijn op klas en leerling, is nogal wat wetenschappelijk onderzoek voorhanden.
Hoewel we ons verzetten om Aspergers als ‘gehandicapten’ te zien, kunnen we uit de verzamelde studies van de CG-Raad (Chronisch zieken en Gehandicapten Raad) het een en ander leren. Hieronder een overzicht.
Het gebruik van extra voorzieningen in de klas zoals visuele organizers, computer aanpassingen etc. resulteerde in betere resultaten op tests bij leerlingen met en zonder beperkingen. (Horton, Lovitt en Berqtund. 1990)
(meer…)
Kinderen met speciale hulpvragen doen het sociaal-emotioneel en cognitief beter in een inclusieve setting dan in een gesegregeerde setting. (Baker, Wang & Walberg, 1994) (meer…)
Leerlingen met beperkingen in inclusieve klassen vertonen een verhoogde ontwikkeling in hun cognitieve vaardigheden. (McDonnel, Thorson, McOuivey en Kiefer-ODonneL 1997) (meer…)
Meer dan vijftien jaar geleden heeft onderzoek al uitgewezen dat plaatsing van kinderen met beperkingen in een gesegregeerde setting weinig tot geen positieve invloed had.
In het speciaal onderwijs wordt gezegd: kinderen met beperkingen leren beter in kleinere klassen met gespecialiseerde leraren met speciale materialen. Er is echter geen bewijs dat het voordelen heeft voor kinderen met beperkingen. (Lipsky & Gartner, 1989) (meer…)