Effecten op cognitieve ontwikkeling
Leerlingen met beperkingen in inclusieve klassen vertonen een verhoogde ontwikkeling in hun cognitieve vaardigheden. (McDonnel, Thorson, McOuivey en Kiefer-ODonneL 1997)
Samen leren (peer modelling) is het meest krachtige instrument in een algemene onderwijsomgeving. (Keefe en Van Etten, 1994)
Rekenscores van leerlingen met en zonder beperkingen verhoogden met bijna een halfjaar niveau als gevolg van het inrichten van groepen, die samen leren. (Slavin, Madden en Leavy, 1984)
Leerlingen met leerproblemen, onderwezen in inclusieve klassen, scoorden hoger op taaltoetsen dan leerlingen onderwezen in gesegregeerde klassen. (Buckley, 2000)
Samen leren modellen (peer tutoring models) resulteerden in een significante verhoging van resultaten bij spelling, sociaal-emotionele vaardigheden en verdere cognitieve ontwikkeling bij leerlingen met en zonder beperkingen. (Oelquadri et al, 1983; Maheady et al. 1988 en Pomerantz et al. 1994)
Leerlingen met leerproblemen zijn beter af in inclusieve klassen met enige extra ondersteuning buiten de klas, dan in volledige inclusieve of gesegregeerde onderwijssituaties. (Martson, 1996)
Leerlingen die meer tijd doorbrengen in het regulier onderwijs, zullen betere resultaten behalen na de middelbare school. (U.S. Department of Education, 1995)
Hoe meer tijd kinderen met speciale hulpvragen in reguliere klassen doorbrengen, hoe meer zij bereiken in hun toekomstige werk en vervolgonderwijs. (Ferguson & Ash, 1989)
Kinderen met leerproblemen halen hogere cijfers, hogere scores op standaard toetsen in inclusieve settings. (Rea, Mclaughlin, & welther- Thomas, 2002)
In vergelijking met speciale plaatsing leidt het opnemen van leerlingen met Downsyndroom in het reguliere onderwijs (met voldoende begeleiding in de klas) over het algemeen tot aanzienlijk hogere schoolprestaties, waarbij op de tienerleeftijd vaak – minstens bij de helft van de leerlingen – een functioneel leesniveau is bereikt. (De Graaf, Down-Update bij nr.71)
Reguliere plaatsing leidt bovendien tot een veel betere spraak-ontwikkeling, zelfs zo dat de voor Downsyndroom gebruikelijke, opmerkelijke, relatieve achterstanden in expressieve taal – in verhouding tot receptieve taal en algemene cognitieve ontwikkeling – bij veel van hen kon worden voorkomen. Reguliere plaatsing gaat niet ten koste van zelfredzaamheid. (De Graaf, Down -Update bij nr.71)