Effecten op leerlingen
Meer dan vijftien jaar geleden heeft onderzoek al uitgewezen dat plaatsing van kinderen met beperkingen in een gesegregeerde setting weinig tot geen positieve invloed had.
In het speciaal onderwijs wordt gezegd: kinderen met beperkingen leren beter in kleinere klassen met gespecialiseerde leraren met speciale materialen. Er is echter geen bewijs dat het voordelen heeft voor kinderen met beperkingen. (Lipsky & Gartner, 1989)
Leerlingen in speciale klassen zijn vaker alleen en minder betrokken. (Hunt, Farrcn-Davis, Beekstead, Curtis en Goetz, 1994)
De focus op de cognitieve ontwikkeling in inclusieve klassen is 72% van de schooltijd, in speciale klassen is dat slechts 24% van de tijd. (Helmstetter, Curry, Brennan en Sampson-Saul. 1998)
Samen leren, dat de wederzijdse cognitieve ontwikkeling ten goede komt, is meer gebruikelijk in inclusieve klassen (18%), dan in speciale klassen (minder dan 1%). (Helmstetter, Curry, Brennan en Sampson-Saul, 1998)
Er is vastgesteld dat slechts 5% van de schoolverlaters in het speciaal onderwijs een diploma behaalt. Er is veel opvang, maar weinig aandacht voor leerprestaties. (Van Eijck. Groeistuipen in het Speciaal Onderwijs, 2007)